Dit boek bespreekt vanuit een historische en literaire invalshoek de manieren waarop heiliging en de inscriptie van heiligheid plaatsvinden. Het werk gaat verder dan de traditionele categorieën van heiligverklaring, cultus, liturgische verering en hagiografische levens en werpt fundamentele vragen op met betrekking tot definities van heiligen en heiligheid in een periode voordat het concept werd uitgekristalliseerd in het canonieke recht. Naast het bespreken van bronnen en methodologie, behandelen de bijdragen contextuele kwesties, waaronder relikwieën en verering, het leven en het hiernamaals, en onderzoeken van specifieke bronnen en teksten. Onderwerpen die aan de orde komen zijn onder meer het idee van hagiografie als intieme biografie, percepties van heiligheid in geschriften van en over vrouwelijke mystici en lichamelijke aspecten van de Franciscaanse zoektocht naar evangelische perfectie. Taal: Engels