Tijd - meedogenloos, altijd aanwezig maar ongrijpbaar en het enige element waarover de mens geen absolute controle heeft - is lange tijd een raadsel gebleken. De auteur onderzoekt het fenomeen tijd en stelt fascinerende vragen als hoe de tijd mensen beïnvloedt, in hoeverre ons besef van tijd cultureel geconditioneerd is, hoe samenlevingen omgaan met temporele problemen en of tijd kan worden beschouwd als een 'hulpbron' die moet worden bezuinigd. Meer in het bijzonder geeft hij een consistente en gedetailleerde analyse van theorieën die naar voren zijn gebracht door een aantal denkers zoals Durkheim, Evans-Pritchard, LÃvi-Strauss, Geertz, Piaget, Husserl en Bourdieu. Zijn bespreking omvat vier hoofdbenaderingen in tijdonderzoek, namelijk ontwikkelingspsychologie, symbolische antropologie (die het grootste deel van de post-Durkheimiaanse sociale antropologie omvat), 'economische' theorieën over tijd in de sociale geografie en ten slotte fenomenologische theorieën. De auteur sluit af met het presenteren van zijn eigen model van sociale/cognitieve tijd in het licht van deze kritische discussies over de literatuur. Taal: Engels